Regionale samenwerking antistolling ‘STOL’ – Maastricht UMC+

Antistollingszorg Regionale samenwerking tussen de eerste, tweede en derde lijn  |  Kennisdeling, scholing & expertise  |  Overige praktijkvoorbeelden
Instellinginformatie Academisch ziekenhuis | Maastricht UMC+

Op het gebied van antistolling werken de Limburgse ziekenhuizen en trombosediensten (TD) intensief samen in netwerk ‘STOL’. Sinds 2014 vindt structureel overleg plaats en worden complicatiebesprekingen georganiseerd. De STOL-leden trekken samen op als het gaat om protocollen en informeren/overleggen actief met elkaar over lopende zaken in de verschillende ziekenhuizen met betrekking tot antistollingszorg.

In het kort

Samenwerking Trombosediensten Limburg bestaat sinds 2014 en is mede gevolg van de Landelijke Standaard Ketenzorg Antistolling 2.0 (LSKA 2.0). STOL is een netwerk in eerste instantie opgericht vanuit de Limburgse trombosediensten en daarna uitgebreid met vertegenwoordigers van antistollingszorg vanuit de Limburgse ziekenhuizen.


Overlegstructuur

Vanuit zowel trombosecommissies, trombosediensten als antistollingszorg vanuit de ziekenhuizen/expertise centra zijn er 2-3 mensen betrokken bij het overleg, waardoor er borging is bij eventuele afwezigheid. De organisatie en planning van bijeenkomsten wordt verzorgd en administratief ondersteund vanuit het MUMC+/trombose expertisecentrum (TEC). Prof. Hugo ten Cate is hoofd en oprichter van het TEC.


Frequentie

Overleg: 4x per jaar
Complicatiebespreking: 2 symposia per jaar waar complicatiebespreking een vast bespreekpunt is.


Inhoud

Er wordt samengewerkt op het gebied van patiëntenzorg, door protocollen te delen en gezamenlijke complicatiebesprekingen te organiseren. Er is een gezamenlijk elektronisch patiënt administratiesysteem aangekocht (Portavita) zodat informatie gemakkelijk kan worden overgedragen naar ketenpartners en naar trombosediensten onderling en eventueel gezamenlijk zorg kan worden verleend in de toekomst. Daarnaast wordt ook samengewerkt op het gebied van zorginkoop (benodigdheden voor diagnostiek bij trombosepatiënten). Door het samenwerkingsverband is er een laagdrempelig contact onderling en weten zorgverleners elkaar goed te vinden.


Wat staat er vast op de agenda?

  • Centralisatie inkoop trombosediensten (alle TD zijn gelieerd aan een ziekenhuis, er zijn geen zelfstandige TD meer in Limburg).
  • Bespreking protocollen, waar zitten gezamenlijke problemen/uitdagingen? Proberen te leren van elkaar. Uniformiteit creëren. Dat is ook uiteindelijk bereikt voor bijvoorbeeld het perioperatief beleid. Er is binnen Limburg een perioperatief protocol vanuit MUMC+ dat leidend is en vertaald is naar alle eigen ziekenhuisprotocollen met daarin een ‘couleur locale’. Het MUMC+ deelt daarom een aantal antistollingsprotocollen ook via hun kwaliteitssysteem Odin openbaar met de andere ziekenhuizen.
  • Lastige casuïstiek & complicaties: dit is zowel een vast agendapunt op het overleg, als op het halfjaarlijks symposium dat de STOL-leden organiseren. Het symposium wordt breder bezocht dan alleen door de STOL-leden. Denk aan doseeradviseurs, stollingsteams, vasculair internisten, laboratoriummedewerkers en soms huisartsen. Doel: elkaar kennen, hulp vragen, leren van elkaar.

Inspiratie

  • Korte lijntjes. Makkelijk contact. Elkaar weten te vinden.
  • De trombosediensten in Limburg kijken regelmatig bij elkaar in de keuken door visitaties (audits) bij elkaar te doen. De observaties komen terug in het STOL-overleg. Tussen de trombosecommissies van de ziekenhuizen gebeurt dit nog niet standaard.
  • Je staat steviger samen als er landelijke ontwikkelingen zijn of in onderhandelingen met derde partijen.
  • Werken met één softwarepakket (Portavita) maakt uitwisseling van patiëntgegevens en zelfs personeel mogelijk.


De volgende stap

  • Nog meer zaken uniformeren, zoals de follow-up bij DOAC-patiënten.
  • Verbeteren casemanagement door te delen, van elkaar te leren en op elkaar af te stemmen want hierin zitten nog grote verschillen tussen de STOL-ziekenhuizen.
  • Elkaar visiteren op het perioperatieve protocol. Dat is namelijk uniform ingevoerd in alle ziekenhuizen.
  • Het MUMC+ wil graag nog meer informatie uit de keten halen (via regiotafels, EPD) over waar zaken misgaan. Bijvoorbeeld bij de overdracht naar huis en complicaties/heropnames die te wijten zijn aan antistolling.
  • Een “chronische” wens is verbeteren van de aansluiting met eerste lijn.

Tips & Tricks

  • Vind enthousiaste kartrekkers die willen starten met het netwerk.
  • Probeer mensen die mogelijk afhaken er steeds weer actief bij te betrekken.
  • Een duidelijke agenda en rolverdeling is belangrijk: wie initieert, wie maakt de agenda. Maak notulen, actiepunten en besluitenlijsten en kom daar ook structureel op terug om de voortgang te borgen.
  • Veel trombosediensten hebben geen specifieke kwaliteitsfunctionaris trombosedienst, maar dit helpt wel. De kwaliteitsfunctionaris kan ondersteunende organisatorische taken op zich nemen en focussen op het onderwerp.

Contactpersonen

Arina ten Cate-Hoek
Arina ten Cate-Hoek
Medisch leider trombosedienst Maastricht, med. coördinator TEC-Maastricht, voorzitter STOL-netwerk

Toestemming plaatsen cookies

Deze website maakt gebruik van functionele, statistische en social media & overige cookies. Als je wilt aanpassen welke cookies en scripts gebruikt mogen worden, dan kun je hieronder jouw instellingen wijzigen.

Meer informatie is beschikbaar in de privacy- en cookiestatement.