S-Team bij Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis (ETZ)

Antistollingszorg 1. Primair casemanagement: verschillende ‘smaken’ gebaseerd op de LSKA
Instellinginformatie Ziekenhuis - Topklinisch | ETZ TweeSteden

Om de antistollingszorg binnen het ETZ beter te organiseren, is vanuit de werkgroep Stolling één ziekenhuisbreed protocol geformuleerd met input vanuit alle relevante vakgroepen. Begin 2022 is een S-team opgericht als dagelijks aanspreekpunt voor vragen rondom antistolling. Het opsporen van hoog risico patiënten en het feit dat het S-team de behandelaar gevraagd en ongevraagd wijst op risico’s en advies geeft, verhoogt de patiëntveiligheid. Het S-team werkt transmuraal; vanuit de eerstelijn zijn huisartsen en apothekers vertegenwoordigd. 

In het kort

Protocol: het ziekenhuisbrede antistollingsprotocol is op basis van bestaande losse protocollen zo compleet en compact mogelijk gemaakt en staat ook in de interne zakkaartjes-app van het ETZ.  

 S-team bestaat uit: een klinisch chemicus als voorzitter, internist-vasculair geneeskundige, trombosearts, ziekenhuisapotheker, cardioloog, doseeradviseur vanuit de trombosedienst, openbaar apotheker en een huisarts. 

Hoofdtaken: 

  1. Het S-team houdt wekelijks een MDO-Stolling (0.5 - 1.0 uur), hierbij worden naast de opgenomen patiënten met een bloeding onder antistolling, ook zelf ingebrachte patiënten besproken. Er wordt, indien nodig, direct een digitaal consult geregistreerd (EPIC).
  2. Consultfunctie (via telefoon, e-mail, EPIC).
    De doseeradviseurs van de trombosedienst beheren het sein en de e-mail postbus. Zij werken a.d.h.v. een stroomdiagram voor het beantwoorden en/of triageren van vragen, evt. m.b.v. het antistollingsprotocol. De trombosedienst-/doseerarts is hun 1e aanspreekpunt/supervisor. Niet direct te beantwoorden vragen triageren zij volgens het stroomdiagram en worden doorgezet naar de juiste persoon binnen het S-team. 24/7 dekking loopt via de ANW-diensten van de interne geneeskunde. 
  3. Ter ondersteuning van 1 en 2 zijn patiëntlijst en in EPIC opgesteld met hoog risico patiënten en het monitoren daarvan b.v. screening van:
    • Patiënten met bloedingen onder antistolling.
    • Patiënten met dubbele antistolling.
    • Patiënten met een afwijkende INR.
    • Patiënten met stollingsstoornissen.
    • Patiënten met een Padua score ≥5 zonder antistolling.
  4. Scholing: de ambitie is om jaarlijks een antistollings-awareness week te gaan Momenteel is er nog geen structurele scholing, maar er worden wel soms ‘wist-je-datjes’ en Quiz-vragen verspreid. Het S-team sluit hierbij aan bij ziekenhuisthema’s.
  5. PDCA: de gebruiksvriendelijkheid van het protocol en de bereikbaarheid van het S-team zijn ge-audit.

Inspiratie

  • Bij de eerste 50 patiënten die werden geregistreerd met een ‘bloeding onder antistolling’ (o.b.v. monitoring via patiëntlijsten) heeft het S-team bij 30% van de patiënten een corrigerende interventie gedaan, zoals het stoppen van niet-geïndiceerde (dubbele) antistolling, dosisreductie bij ticagrelor of DOAC, of switch van VKA naar DOAC. 
  • O.b.v. veelvoorkomende gesignaleerde problemen zijn ziekenhuisbrede interventies ingezet, zoals het makkelijk vindbaar maken van indicaties voor dubbele antistolling en het introduceren van een maximale voorschrijfduur voor ticagrelor. Deze interventies lijken ook een leereffect te hebben op de hoofdbehandelaren. Het S-team heeft de indruk dat de monitoringslijsten met patiënten steeds korter worden. 
  • Ter promotie van het S-team binnen het ziekenhuis zijn het intranet en de interne nieuwsbrief ingezet. Er is een seinnummer en algemeen email-adres beschikbaar. De leden van werkgroep Stolling pakken hun rol als ambassadeurs bijvoorbeeld via de afdeling Kwaliteit en Veiligheid. Vanuit het S-team wordt niet alleen hulp aangeboden, er worden ook complimenten uitgedeeld.
  • Op dit moment is er nog geen gestandaardiseerde complicatieregistratie antistolling. Dit staat wel hoog op de agenda van het S-team. Door de VIM meldingen te filteren, wordt nu gekeken naar complicaties. Plan is om deze met anderen te vergelijken. 

Tips & Tricks

  • Start met een groep gemotiveerde zorgprofessionals met een brede vertegenwoordiging vanuit zowel de kliniek, de apotheek als de klinische chemie.
  • Betrek ook de professionals van buiten het ziekenhuis. Bij het ETZ wordt vanuit de eerste lijn ook relevante casuïstiek ingebracht en er worden consulten teruggekoppeld aan andere zorgprofessionals, zoals specialisten ouderengeneeskunde of verpleeghuisartsen, zodat opvolging mogelijk is.
  • Betrek de (interne) trombosedienst bij het opstarten van een S-team. De kennis, ervaring en infrastructuur van de trombosedienst helpt bij het opzetten van het casemanagement.
  • Maak het digitaal: stel zoekcriteria voor patiëntenlijsten b.v. EPIC-ondersteuning op. In ETZ zijn deze bijv. gericht op geregistreerde bloedingen (bij opname), actuele en gestaakte antistollingsmedicatie, patiënten met dubbele of triple antistolling of gebaseerd op een gemeten INR hoger dan 5.
  • Probeer bloeders te signaleren o.a. op basis van uitgifte van trombocytentransfusies en plasmaproducten (niet zijnde bij de hematologie). Een klinisch chemicus heeft hier zicht op.
  • ‘Gewoon beginnen’. Start bijvoorbeeld met het maken van stroomschema’s om de doseermedewerkers van de trombosedienst te ondersteunen. Zo krijgt het casemanagement al vorm en het maakt de toegevoegde waarde zichtbaar. Dat werkt beter dan eerst de volledige structurele inbedding van het S-team af te wachten.  

Contactpersoon

Remco van Horssen
Remco van Horssen
Klinisch chemicus, voorzitter van de werkgroep stolling
Lars Valke
Lars Valke
Internist-vasculair geneeskundige
Tessa Jaspers
Tessa Jaspers
Ziekenhuisapotheker

Toestemming plaatsen cookies

Deze website maakt gebruik van functionele, statistische en social media & overige cookies. Als je wilt aanpassen welke cookies en scripts gebruikt mogen worden, dan kun je hieronder jouw instellingen wijzigen.

Meer informatie is beschikbaar in de privacy- en cookiestatement.