In het kort
Ziekenhuis Gelderse Vallei (ZGV) wilde meer gepaste zorg bieden door in een gepland, poliklinisch proactief zorggesprek te onderzoeken wat voor de patiënt belangrijk is en welke zorg het beste aansluit op de wensen van de kwetsbare patiënt. Ontstaat er een acute situatie, dan is helder wat de patiënt wel of niet wil en kan een passende behandeling worden ingezet.
Werkwijze
Vanuit het Elektronisch Patiënten Dossier (EPD) worden medisch specialisten gestimuleerd om zichzelf de surprise question – ‘Zou het mij verbazen als deze patiënt binnen één jaar overlijdt?’ – te stellen bij iedere patiënt op het reguliere poliklinische spreekuur. Is het antwoord ‘nee’, dan nodigt de specialist de patiënt uit voor een poliklinisch PZP-gesprek. De patiënt ontvangt vooraf informatie en een voorbereidende vragenlijst, die in samenwerking met de Patiëntenfederatie Nederland, speciaal voor deze gespreksvoering, is ontwikkeld.
Het gesprek duurt een uur en wordt gevoerd aan de hand van een begeleidend script. De verpleegkundig specialist of verpleegkundig consulent (van het betreffende specialisme) begint het gesprek en na ongeveer drie kwartier sluit de medisch specialist aan en krijgt een samenvatting van de verpleegkundige. Samen wordt bekeken of er aanvullende informatie nodig is, of er specifieke behandelwensen bestaan en tot slot bespreken zij de wenselijke medische zorg in verschillende levensbedreigende situaties. Soms is een vervolgafspraak nodig of wordt doorverwezen naar het palliatief team voor verdieping en verdere begeleiding of naar de huisarts.
In het dossier komt een verslag van het gesprek en de gemaakte behandelafspraken. De verpleegkundige stuurt een brief met de afspraken en samenvatting naar zowel de huisarts als de patiënt. De patiënt kán van deze brief een wilsverklaring maken door deze te ondertekenen.
Per specialisme is er structureel ruimte voor PZP-gesprekken. Het gaat vaak om 1 à 2 gesprekken per week.