In het kort
Door opname verandert het bewegend gedrag van patiënten. Dit komt deels door de omgeving (in bed), maar wordt ook bemoeilijkt door bijvoorbeeld een infuus of katheter en door de fysieke gesteldheid. Door weinig beweging ontstaat er functieverlies tijdens opname en soms leidt dit zelfs tot blijvend functieverlies. Vandaar de focus op meer bewegen.
Het initiatief kent drie onderdelen:
- De PAM, een bewegingsmeter die de patiënt om zijn enkel krijgt en die iedere beweging meet. Met hulp van een geriater en fysiotherapeut is de PAM afgesteld op het type patiënt en geeft daarmee een valide registratie. De PAM is gekoppeld aan het Elektronisch Patiënten Dossier (EPD).
- Een aanpassing van de afdeling Ouderengeneeskunde. De patiëntenkamers zijn van vier naar drie-persoonskamers gegaan, zodat er meer ruimte is om beter en veiliger te bewegen. Bijvoorbeeld:
- ruimte voor een eettafel of een huiskamer
- een sportcafé met apparatuur waar de patiënt zelfstandig mag oefenen
- de gangen zijn zoveel mogelijk vrij van apparatuur, waardoor ruimte vEroor een wandeling ontstaat met zitmogelijkheden om uit te rusten.
- Mobiliteitsschema aan het bed (afbeelding 1). Magneten met pictogrammen (afbeelding 2) geven op het schema aan hoe ver een patiënt mag lopen, met wie en welke hulpmiddelen. De fysiotherapeut bepaalt tijdens de opname het beweegdoel en monitort.